Dutch/Vocabulary/Vegetables

From Wikibooks, open books for an open world
Jump to navigation Jump to search

Both Dutch and Flemish cuisine can boast on a wealth of high quality vegetables. Here is a collection of them. Click on the arrow buttons to hear the pronunciation.

bean: de boon broccoli: de broccoli Brussels sprout: de spruitjes (plural) cabbage: de kool cardoon: de kardoen
carrot: de wortel celeriac: de knolselderij cucumber: de komkommer endive: de andijvie
(Cichorium endivia)
Belgian endive: de witlof, witloof
(Cichorium intybus)
garlic: de knoflook ginger: de gember leek: de prei lentil: de linzen (plural) lettuce: de sla
onion: de ui pea: de erwt cauliflower: de bloemkool potato: de aardappel sauerkraut: de zuurkool
radish: de radijs shallot: de sjalot sorrel: de zuring spinach: de spinazie tomato: de tomaat
turnip: de knolraap horse radish: de mierikswortel glasswort: de zeekraal kale: de boerenkool purslane: de postelein
asparagus: de asperge black salsify: de schorseneer chives: de bieslook snow pea: de peul field pea: de kapucijner
celery: bleekselderij beetroot: de kroot, de rode biet rutabaga: de koolraap, de knol rapini: de raapstelen rapunzel : de veldsla

Sources[edit | edit source]

|w:en:List of vegetables